Wil jij graag wat meer met schrijven doen en heb je daar nu de tijd voor? In dit blogartikel geef ik je zeven schrijfoefeningen die kort en soms makkelijk, maar soms ook wat lastiger zijn om te doen als je creatief bezig wilt met taal en tekst. Ik heb als overkoepelend thema in de voorbeelden voor lente en voorjaar gekozen. Hier werd ik zelf wel vrolijk van. Je kunt voor je eigen schrijfoefeningen ook een overkoepelend thema kiezen, maar ook alles loslaten en gewoon schrijven waar je gevoel je heen brengt op dat moment.
1. Elfje
Een elfje is een gedichtje van 11 woorden verdeeld over 5 regels. Het gaat als volgt: regel 1: 1 woord – regel 2: 2 woorden – regel 3: 3 woorden – regel 4: 4 woorden – regel 5: 1 woord. Het ziet er het mooist uit als je de tekst in het midden van je papier of Word-document schrijft, dus gecentreerd. Je kunt allemaal losse woorden gebruiken, maar kunt er ook een doorlopende zin van maken. Alles kan en alles mag. Hieronder een voorbeeld.
Lente
Een seizoen
Vol mooie bloemen
Dieren die jongen krijgen
Voorjaar
2. Haiku
Een haiku is een kort gedichtje, vooral gebaseerd op de zintuiglijke waarneming of ervaring van de schrijver. Een haiku bestaat vaak uit 3 regels met 5, 7 en dan weer 5 lettergrepen. Een haiku komt van oorsprong uit Japan. Een haiku is afgeleid van een tanka, ook een Japanse dichtvorm. De tanka is veel ouder, maar de haiku is uiteindelijk veel populairder geworden. Een voorbeeld:
Langzaam kwam de zon
Vogeltjes fluiten hun lied
Wereld, word wakker!
3. Tanka
Een tanka is de voorloper van de haiku en komt ook uit Japan. Een tanka bestaat uit 5 regels, verdeeld over 2 strofen (een strofe is een soort alinea in een dichtvorm). De eerste strofe van een tanka bestaat uit 3 regels van eerst 5, dan 7 en dan weer 5 lettergrepen. De tweede strofe bestaat uit 2 regels van elk 7 lettergrepen. In een tanka wordt een verband gelegd tussen een zintuiglijke waarneming en een filosofische overweging of een persoonlijke beleving. Een voorbeeld:
Vogels vliegen rond
Boven rustige straten
Voeden hun jongen
De lente begint toch wel
Ook al zijn de straten stil
4. Rondeel
Een rondeel is een gedicht van 8 regels met herhalingen. Nummer eerst 8 regels op je papier of in je document. Regel 1 is hetzelfde als regels 4 en 8. Regel 2 en regel 7 zijn ook hetzelfde. De regels 3, 5 en 6 zijn anders en worden niet herhaald. Hieronder een voorbeeld zonder nummers ervoor.
De lente komt eraan
Vogels fluiten elk hun eigen lied
Bloemen beginnen te bloeien
De lente komt eraan
Kuikens kruipen uit hun ei
Lammetjes dartelen in de wei
Vogels fluiten elk hun eigen lied
De lente komt eraan
5. Woordassociaties
Bij woordassociaties kies je een woord waarbij andere woorden gezocht worden. Dit is een leuke om samen te doen, bijvoorbeeld als spelletje. Deze vorm wordt ook vaak gebruikt bij brainstormen. Iemand heeft een woord waarbij andere dingen bedacht moeten worden. Je kunt dit visueel maken door het woord in het midden van een vel papier te schrijven en de andere woorden eromheen, eventueel verbonden met lijntjes.
6. Woordgedicht
Een woordgedicht is een gedicht rond een basiswoord. Op de eerste regel schrijf je het woord. Daarna schrijf je op elke regel de letters van het woord en daarna nog eens het basiswoord. Met elke letter maak je ook weer een woord of zin. Het mogen losse woorden zijn, maar ook een doorlopende zin of kort verhaaltje. Hieronder twee voorbeelden:
1.
Zon
Zonnestralen verlichten de wereld
Overal zie je leven ontstaan
Nesten vol jonge vogels
Zon
2.
Zomer
Zon blijft langer schijnen
Overal meer bloeiende bloemen
Mooier wordt de natuur
Een vogel die een nest bouwt
Reigers langs de waterkant
Zomer
7. Zeswoordverhaal
Een zeswoordverhaal is een verhaal dat uit maar zes woorden bestaat. Dit is vooral bekend geworden door het voorbeeld van Ernest Hemmingway: ‘for sale: baby shoes, never worn.’ Vaak is deze zin vertaald als: ‘Te koop: babyschoentjes, nog nooit gedragen.’. Een zeswoordverhaal is wel compleet, maar maakt toch nieuwsgierig naar meer.
Met een zucht hing ze op.
De brief waaide van het tafelblad.
Een zonnestraal piepte door de gordijnen.
Een babyhuiltje klonk over de babyfoon.
Welke schrijfoefeningen ga jij doen? Of ga je ze allemaal proberen? Laat het in de reacties weten!
0 reacties