De komende tijd lees je hier artikelen over toegankelijke communicatie en digitale toegankelijkheid. Daarvoor sprak ik met mensen die zich hiermee bezighouden. De meeste mensen sprak ik via een videogesprek en hun antwoorden verwerk ik tot een artikel, maar anderen hebben mijn vragen schriftelijk per mail beantwoord en deze kan ik soms al zo overnemen. Roel Van Gils sprak ik zowel per mail als in een videogesprek. Hij is de enige uit mijn interviewserie die in België woont en ik was daarom ook benieuwd naar de verschillen tussen Nederland en België die hij opmerkt.
Vertel kort iets over jezelf. Wie ben je en wat doe je?
Hoi, ik ben Roel. Net 41 geworden. Samen met mijn man woon en werk ik in het mooie Gent. Rond de eeuwwisseling ben ik hier aangespoeld en kreeg ik ook mijn eerste baan. Ik heb eigenlijk altijd ‘voor het web’ gewerkt. Eerst als webontwikkelaar, later als interactie-ontwerper en project manager.
Ik vind het best moeilijk om mezelf in een vakje te stoppen, maar tegenwoordig stel ik mezelf graag voor als een Digital Accessibility Geek. Digitale toegankelijkheid is altijd al een soort rode draad geweest in mijn werk, en sinds enkele jaren leg ik me er ook honderd procent op toe. Er valt nog zoveel te leren. Dankzij de onophoudelijke digitalisering en innovaties als Artificiële Intelligentie en Voice Assistants blijft het een uitermate boeiende ‘niche’ om in te werken.
Op welk moment kwam je voor het eerst in aanraking met toegankelijkheid en dan vooral digitale toegankelijkheid of toegankelijke communicatie?
Toen ik nog in de schoolbanken zat, studeerde een goeie vriend van me rechten aan de universiteit. In tegenstelling tot ikzelf was Raff een echte bolleboos (intussen is hij al bijna 15 jaar aan het werk als jurist). Tijdens onze studieperiode gebeurde het geregeld dat hij me ’s avonds laat opbelde met de vraag: “Kan jij die wettekst of dat artikel voor me van het internet halen en in een e-mail plakken?” Dat vroeg hij niet omdat hij lui was of onhandig, maar omdat websites als die van Justitie of EUR-Lex (een website met alle Europese wetteksten) heel slecht te gebruiken waren met een brailleregel en een schermlezer. Raff is namelijk blind.
Hoewel ik zelf ook een lichte visuele beperking heb, lukte het mij vrij aardig om de wetteksten te vinden en om te zetten in een formaat dat voor mijn vriend leesbaar was. Als rasechte ‘geek’ snapte ik ook hoe websites onder de motorkap werkten. We experimenteerden in die tijd dan ook met het automatisch omzetten van lange teksten naar gesproken mp3’tjes. Dat hielp hem bij het studeren. Dat was lang voor er sprake was van de iPhone of podcasts.
Dat deed ik met plezier, maar pas enkele jaren later viel voor mij het eerste ‘kwartje’. Dat was toen ik in 2004 zelf voor de overheid aan de slag ging als webontwikkelaar. Ik herinner me levendig dat onze afdeling een keer een toegankelijkheidsexpert over de vloer had die voor een blindenorganisatie werkte. Hij kwam vertellen over het belang en de noodzaak van digitale inclusie. Ik besefte toen dat het ook mijn verantwoordelijkheid is, als webontwikkelaar, om ervoor te zorgen dat iedereen overheidsinformatie gemakkelijk kan vinden en lezen. Later zijn we collega’s geworden.
Sindsdien zijn er nog veel meer kwartjes gevallen.
Zoals?
Ik realiseerde me bijvoorbeeld gaandeweg dat digitale toegankelijkheid lang niet alléén de verantwoordelijkheid is van techneuten.
Vandaag leer ik organisaties en digitale teams dat toegankelijkheid een teamsport is. Iedereen in je team heeft een rol. Management moet aandacht voor toegankelijkheid opnemen in het beleid. Ontwerpers en ontwikkelaars moeten snappen hoe mensen met een beperking hun producten gebruiken. Ze moeten zich ook vertrouwd maken met inhoudelijke richtlijnen, zoals de Web Content Accessibility Guidelines. Andere stakeholders zijn redacteurs en de inkopers van software als CMS-systemen, want die systemen vormen vaak de basis.
Enkel wanneer àlle stakeholders hun duit in het zakje doen, kan het écht lukken.
Is er een specifieke doelgroep waar jij voor of mee werkt op het gebied van toegankelijke communicatie of digitale toegankelijkheid?
Goeie vraag. Ik probeer erop te letten om dat juist niét te doen. Inclusive Design gaat er voor mij namelijk vooral om dat je niemand uitsluit of voortrekt.
Toch wijst de praktijk uit dat de online obstakels voor mensen met een visuele beperking en ouderen vaak het grootst zijn. Vaak gaat het dan niet eens om technische obstakels, maar merk je dat de structuur of de inhoud van een website roet in het eten gooien. Een website die heel gebruiksvriendelijk is, is automatisch al een stuk toegankelijker. En omgekeerd.
Waar ik minder verstand van heb, is hoe je video’s moet ondertitelen en voorzien van audiodescriptie. Dat is natuurlijk heel belangrijk voor dove en slechthorende mensen. Hiervoor werk ik samen met media-experts.
Wat doe jij nu op het gebied van toegankelijke communicatie of digitale toegankelijkheid?
Ik werk als onderzoeker en adviseur voor Eleven Ways. Ik run dit bedrijf samen met m’n partner. We noemen onszelf graag een Digital Accessibility Lab. We coachen digitale teams die aan de slag willen met Inclusive Design, of willen snappen hoe mensen met een beperking hun producten gebruiken. Vaak hebben ze daar geen idee van. Onze workshops zijn dan echte eye-openers.
Steeds vaker worden we van bij de start betrokken bij het ontwikkelproces. Nog voor een letter code geschreven is. Dat vind ik het leukst, want dan kan je het meeste impact maken. Je snapt ook wel dat dat veel duurzamer is dan wanneer je digitale toegankelijkheid beschouwt als iets wat je achteraf toevoegt, als een soort extraatje.
Toch testen we ook vaak bestaande websites en apps. Daarvoor hebben we een testlab ingericht met smartphones en computers die zijn uitgerust met screenreaders en andere software.
Intussen werken we voor klanten als de Europese Commissie en overheidsklanten in Vlaanderen en Nederland. Die vinden digitale toegankelijkheid steeds belangrijker, maar toegegeven: dat heeft ook te maken met de verstrengde wetgeving.
Is digitale toegankelijkheid verplicht?
Ja, maar ik vind niet dat het ‘voldoen’ aan richtlijnen het ultieme streefdoel mag zijn. Ik merk vaak dat klanten een beetje ongerust zijn over het resultaat van een audit of gebruikerstest. Ik vertel hen graag dat elke verbetering, hoe klein ook, een stap in de juiste richting is.
Zal ik eens een geheim verklappen? Geen enkele website of app is écht 100% toegankelijk. Er zijn zoveel factoren waar je rekening mee kan houden. Bovendien is iedere gebruiker of bezoeker uniek. De ingesteldheid van een organisatie en de ambitie om niemand uit te sluiten, is veel belangrijker dan het zetten van vinkjes op een checklist.
Waarom vind jij het belangrijk dat er meer wordt gedaan met digitale toegankelijkheid en toegankelijke communicatie?
Het klinkt bijna als een cliché, maar ik vind dat iedereen maximaal moet kunnen meedoen in onze maatschappij. Digitale inclusie leidt tot meer kansen. Dat is een basisrecht.
Stel je eens voor dat studenten met een beperking — zoals Raff — hun studie niet konden afmaken omdat essentiële websites en apps niet toegankelijk zijn? Of dat ze niet aan een baan raken omdat hun werkgever met ontoegankelijke software werkt? En dan hebben we het nog niet eens gehad over dat de ontoegankelijkheid van onze digitale maatschappij mensen in een sociaal isolement kan brengen. Dat kunnen we toch niet toestaan?
Is er een project waar jij trots op bent op het gebied van toegankelijke communicatie of digitale toegankelijkheid? Bijvoorbeeld iets waar je zelf aan hebt meegewerkt?
Ik ben er wel trots op dat ik heb mogen meewerken aan het Design System van de Europese Commissie en dat van een grote bank. Design Systems moet je beschouwen als bouwstenen waarmee grote websites gebouwd worden. Als die in de basis al toegankelijk zijn, wordt het voor de ontwikkelaars een stuk gemakkelijker om er toegankelijke pagina’s en websites mee te bouwen.
Verder haal ik veel energie uit het helpen van mensen die uit zichzelf aandacht besteden aan toegankelijkheid. Als mensen zelf naar me toe komen met praktische vragen over, bijvoorbeeld, de toegankelijkheid van een hobbyproject of de site van een vereniging, dan maak ik daar graag tijd voor.
Wat zijn de verschillen die jij merkt tussen België en Nederland op het gebied van digitale toegankelijkheid?
Op wetgevend vlak zijn de verschillen heel klein, omdat Europa de krijtlijnen heeft uitgezet. De technische norm waar websites en apps aan moeten voldoen is (gelukkig) ook identiek. Dat was ooit wel anders.
Ik werk zelf niet zo vaak met Nederlandse klanten, maar ik heb de indruk dat Nederlandse en Belgische overheidsorganisaties accessibility vandaag net zo ernstig nemen. Zeker nu het een juridische verplichting is geworden.
Wat ik toch wel merk, is dat er in België minder mensen zijn die zich specifiek toeleggen op het testen of adviseren over digitale toegankelijkheid. Ik ben altijd superblij als ik op het internet of een conferentie een gelijkgestemde ‘accessibility geek’ ontmoet.
Wat hoop jij dat er de komende jaren gaat veranderen op het gebied van toegankelijke communicatie (en digitale toegankelijkheid)?
Een persoonlijke frustratie is dat digitale toegankelijkheid door sommigen nog vaak als een soort ‘domper op de feestvreugde’ wordt gezien. Kennen jullie die uitdrukking in Nederland?
Sommige ontwerpers en ontwikkelaars denken nog steeds dat het hun creativiteit of bewegingsvrijheid in het gedrang brengt, of dat een toegankelijke website per definitie saai is. Gelukkig is het voor sommige developers net een uitdaging om een website of app te bouwen die zo goed in elkaar zit dat je ‘m zélfs kunt gebruiken met je ogen dicht.
Ik hoop dus dat ik mensen kan blijven overtuigen om af te stappen van de ‘checklist-ingesteldheid’, waardoor ze toegankelijkheid niet langer als een vervelende verplichting gaan beschouwen, maar als een vanzelfsprekendheid.
Welke kleine, snelle of makkelijke tip heb jij waarmee iemand al iets kan doen aan toegankelijkheid?
Niet iedereen heeft een eigen website, maar bijna iedereen deelt wel eens iets op sociale media. Veel mensen weten niet dat je aan afbeeldingen op Twitter, Facebook en LinkedIn ook een zogeheten alternatieve tekst kan meegeven. Dat kost echt maar enkele seconden tijd, en het zorgt ervoor dat ook slechtzienden en blinden beter begrijpen waarover je tweet en erover kunnen meepraten. Deze en andere tips over de toegankelijkheid van sociale media vind je in mijn Accessibility? Da’s slim bekeken. Zo bereik je jouw ‘missing 20%’.
Heb je een eigen website of een interessant blog dat aansluit bij dit onderwerp waar ik naar kan verwijzen vanuit dit blog?
De laatste tijd heb ik minder tijd om te schrijven, maar je vindt op het web wel wat gastblogs van me. Ook op de bedrijfspagina van Eleven Ways op Medium vind je wat schrijfsels van me.
Verder vind je me ook op Twitter. Daar schrijf ik vaak over toegankelijkheid, maar ook over andere dingen die me interesseren.
0 reacties